Welke warmtepomp heeft de kortste terugverdientijd?

De simpele berekening “investeringsbedrag gedeeld door SCOP” geeft een verhoudingsgetal waarmee je warmtepompen kan rangschikken op hun terugverdientijd. Dat geeft geen exacte terugverdientijd in jaren, maar je hebt wel de kortste TVT bepaald en weet welke warmtepomp hierop het best zal presteren. In dit artikel leggen we dit principe uit en laten we zien dat TVT een bruikbaar hulpmiddel is, maar dat een ‘bredere blik’ de afweging verbetert om al dan niet over te stappen naar een warmtepomp.

 

Wat bedoelen we eigenlijk met terugverdientijd (TVT)?

Laten we allereerst duidelijk maken wat de term terugverdientijd (TVT) betekent. TVT is de periode tussen (A) het moment van investeren en (B) het toekomstige moment, waarop alle opbrengsten samen gelijk zijn aan de investering. Dus investeer je eenmalig €7.000 in nieuwe zonnepanelen en verdien je €1.000 per jaar met het opwekken van elektriciteit, dan zeggen we dat deze zonnepanelen zich in 7 jaar kunnen terugverdienen (7.000/1.000 = 7).

 

Waarom is het berekenen van terugverdientijd interessant?

TVT is een bruikbaar hulpmiddel om verschillende scenario’s met elkaar te vergelijken. In het voorbeeld van de zonnepanelen, vergelijk je de aanschaf van zonnepanelen met het scenario waarin je niets doet (geen zonnepanelen). Bij het overwegen van een warmtepomp maakt TVT de vergelijking mogelijk tussen (bijvoorbeeld) het toch maar weer aanschaffen van een nieuwe cv-ketel (investering €1.500) of een nieuwe warmtepomp (investering €9.000).

 

Warmtepomp zes keer zo duur, maar mogelijk toch voordeliger

De cv-ketel en de warmtepomp voorzien beide in dezelfde behoefte, maar de warmtepomp is 6 keer zo duur! Waarom zou je dan toch kunnen kiezen voor dit duurdere alternatief? Nou, het wordt interessant als we hier aannemen dat die duurdere aanschaf ieder jaar €1.000 aan besparingen oplevert ten opzichte van de cv-ketel. De hogere prijs van de warmtepomp (+€7.500) kan in dit voorbeeld in 7,5 jaar (7.500/1.000) worden terugverdiend.  Na die 7,5 jaar zijn de twee opties ‘warmtepomp’ en ‘cv-ketel’ financieel aan elkaar gelijk.

 

Waar zet je terugverdientijd tegen af?

Als in dit scenario de verwachte levensduur van de warmtepomp langer is dan 7,5 jaar, dan houd je na 7,5 jaar ieder jaar geld over ten opzichte van het alternatieve scenario waarin je had besloten de cv-ketel aan te schaffen. De vraag of 7,5 jaar als TVT interessant is, zetten de meeste mensen echter niet alléén af tegen de levensduur van de warmtepomp, maar ook tegen de mogelijke alternatieven. Als je die €9.000 maar één keer kan uitgeven, en je weet dat woningisolatie een terugverdientijd heeft van maar 5 jaar, dan kiezen de meeste mensen voor het laatste. Met een ‘economische bril’ op is daar weinig op aan te merken, omdat je al 2,5 jaar eerder geld overhoudt, waarmee je bijvoorbeeld nieuwe investeringen kan doen.

 

Kijk naar meer aspecten dan alleen terugverdientijd!

Toch is het afwegen van een investering in een warmtepomp langs enkel ‘de meetlat van terugverdientijd’ wel erg eenzijdig. Anders dan een investeringsbank, die door zijn klanten altijd zal worden afgerekend op het hoogste rendement (lees: de kortst terugverdientijd), kan een woningeigenaar zijn keuze voor een warmtepomp ook op andere doelen baseren.

 

 

Een warmtepomp is geen cv-ketel: andere voordelen hebben óók waarde

Want een warmtepomp ís geen cv-ketel. Een cv-ketel stoot CO2 uit, een warmtepomp niet. Een warmtepomp kan de woning koelen, een cv-ketel niet. Deze aspecten worden niet meegenomen in een financiële besparing op de energiekosten en in een TVT. Toch hebben deze voordelen wel degelijk een duidelijke waarde. Die meet je alleen langs andere meetlatten, zoals die van een duurzamere samenleving en het comfort in jouw woning.

 

De belangrijkste: stijging van de woningwaarde

Ook de stijging van de marktwaarde van een woning met een beter energielabel (vanwege de warmtepomp) laat zich moeilijk meenemen in TVT. Toch kan dit financiële effect groot zijn. De verwachting is dat het energielabel van een woning in de toekomst alleen maar belangrijker wordt. Vergelijk het met de actuele prijsontwikkeling van dieselmodellen bij auto’s. Er is aanzienlijk minder vraag naar, waardoor de prijs daalt. Experts verwachten in de toekomst een soortgelijk effect bij woningen met een laag energielabel. Als banken hun financieringsruimte koppelen aan het energielabel (Je kan meer lenen bij een duurzamere woning), dan wordt dit effect bij woningen nog sterker dan bij dieselauto’s.

 

Geen exacte duur, maar de warmtepomp met de kortste terugverdientijd is aan te wijzen

Het is vrijwel onmogelijk te voorspellen wat de exacte TVT van een warmtepomp voor jouw woning gaat zijn. Dat hangt van veel onzekere factoren af, zoals jouw eigen stookgedrag, de ontwikkeling van de gas- en elektriciteitsprijzen en de buitentemperatuur in die periode. Een exacte duur voor TVT is daarom niet op voorhand te geven. Je kan echter wél bepalen welke warmtepomp in een onderlinge vergelijking altijd de kortste TVT zal hebben.

 

Kortste TVT = hoogste energiebesparing per geïnvesteerde euro

De TVT van iedere warmtepomp volgt uit zijn energiebesparing in verhouding tot de hoogte van de investering. Simpel gezegd, de duurste warmtepomp bespaart bijna zeker de meeste energie, maar heeft niet altijd de kortste TVT. Dit komt doordat een hogere investering moet worden terugverdiend. De warmtepomp met de kortste terugverdientijd is daarom meestal niet de duurste, maar levert “de hoogste energiebesparing per geïnvesteerde euro”. Dat getal kan je berekenen, omdat het besparingsvermogen van iedere warmtepomp bekend is en wordt uitgedrukt in SCOP. Je zoekt naar de beste verhouding tussen investering en SCOP.

 

 

Een rekenvoorbeeld met twee warmtepompen

Warmtepomp A kost €8.000 en heeft een SCOP van 4,0. Warmtepomp B kost €12.000 en heeft een SCOP van 5,1. We weten zeker dat de duurdere warmtepomp meer energiekosten zal besparen vanwege de hogere SCOP, maar ook de investering is aanzienlijk hoger. In exact hoeveel jaar deze warmtepompen zichzelf terugverdienen is zonder veel situatiekennis niet te zeggen en hangt sterk af van de vraag of je bijv. 1.000 of 5.000m3 aardgas gaat besparen.

Toch kunnen we, ongeacht de gasbesparing, wel bepalen welke warmtepomp van de twee de kortste terugverdientijd heeft. Bij warmtepomp A betaal je namelijk €2.000 per SCOP-punt (€8.000/4,0) en bij de warmtepomp B meer dan €2.300 per SCOP-punt (12.000/5,1). Dat betekent dat voor het hogere besparingsvermogen (SCOP) van warmtepomp B een relatief hoge prijs betaald wordt (€2.300 – €2.000 = €300 duurder per SCOP-punt).

Dus ga je voor de kortste TVT, dan kies je in deze vergelijking altijd voor warmtepomp A. Wil je daarentegen de hoogste energiebesparing, dan kies je voor B. In het vergelijkingsoverzicht van Warmtepompvergelijker.nl krijgt de warmtepomp met de kortste terugverdientijd (in dit geval warmtepomp A) de meeste sterren op grond van deze berekening.

 

De beperkingen van terugverdientijd

Samengevat, de berekening “investering gedeeld door SCOP” geeft een verhoudingsgetal waarmee je warmtepompen kan rangschikken op terugverdientijd en de beste (verhouding) eruit kunt lichten. Dat geeft geen exacte terugverdientijd in jaren, maar je hebt wel de kortste TVT bepaald en weet welke warmtepomp hierop het best zal presteren. Toch heeft deze benadering zijn beperkingen, die we hier wel moeten benoemen.

Ten eerste nemen we zomaar aan dat de kosten voor onderhoud tussen warmtepompen A en B over de levensduur hetzelfde zullen zijn. Dat weten we niet zeker; duurder geldt vaak als betrouwbaarder. Onderhoudskosten drukken de besparingen van de warmtepomp. Ten tweede nemen we aan dat de levensduur hetzelfde zal zijn. Ook dat is niet zeker, maar wel van groot belang. Iedereen zal inzien dat een warmtepomp die zichzelf (pas) 2 jaar later terugverdient dan het alternatief, maar wel 10 jaar langer meegaat, alsnog economisch interessanter is.

Doe de scan

Vind binnen 5 minuten de ideale warmtepomp voor jouw woning. De scan is gratis en verplicht tot niets.

Meer blogs