Warmtepompen hadden vroeger slechts twee standen: aan of uit. Vergelijk je dit met een auto, dan gaven deze apparaten in de ‘aan-stand’ altijd vol gas en stonden ze stil in de ‘uit-stand’. In het geval van een auto begrijpt echter iedereen dat een ritje door de stad comfortabeler is, minder brandstof kost en de auto ook langer mee gaat, als het gaspedaal ook gedeeltelijk kan worden ingedrukt.
Inverter technologie maakt moduleren mogelijk
Voor een warmtepomp geldt eigenlijk hetzelfde als voor de auto in bovenstaand voorbeeld. De technologie die het mogelijk maakt om ook bij een warmtepomp ‘het gaspedaal’ maar gedeeltelijk in te drukken, noemen we ‘inverter’-technologie. Warmtepompen met ‘inverter-technologie’ worden ook wel ‘modulerende’ warmtepompen genoemd. Tegenwoordig kunnen de meeste in Nederland verkochte warmtepompen moduleren.
Warmtepompen geven zelden ‘vol gas’
Maar wanneer rijd je ‘half gas’ met een warmtepomp? Nou, bijna altijd. Dat zit zo. Het benodigd vermogen van een warmtepomp in een woning is altijd berekend op een (voor Nederland) extreem lage buitentemperatuur van -10C. Ook in die zeer koude omstandigheden moet de warmtepomp namelijk voldoende vermogen kunnen leveren om de woning te verwarmen.
Maar in de praktijk draait een warmtepomp bijna altijd onder zijn maximale vermogen, want het is niet vaak -10C in Nederland. Een modulerende warmtepomp kan daarom doseren in het vermogen dat het apparaat levert. Door op een lager toerental te draaien, wordt in het voor- en najaar een kleiner vermogen geleverd dan in de uitzonderlijke gevallen dat het buiten echt heel koud is.
Moduleren voorkomt steeds weer sprintjes trekken (en weer stoppen)
Naast de buitentemperatuur speelt ook de binnentemperatuur een rol. Een warmtepomp schakelt zichzelf namelijk uit als de gewenste binnentemperatuur in huis bereikt is. Het warme water dat de warmtepomp maakt, kan dan namelijk niet meer worden afgeven aan de centrale verwarming, totdat enige tijd later de temperatuur in huis weer gedaald is. Door te moduleren wordt voorkomen dat de warmtepomp steeds ‘een sprintje trekt’, stopt en weer opnieuw moet opstarten, in reactie op de schommelingen van de temperatuur in huis. Met een buffervat kan dit effect overigens ook worden gedempt. Bij een modulerende warmtepomp kan het buffervat echter veel kleiner zijn dan bij een aan/uit-warmtepomp.
Modulerende warmtepompen: langere levensduur, meer comfort en hogere SCOP
Samengevat, in vergelijking met de oudere ‘aan/uit-warmtepompen’ met een vast vermogen maakt een modulerende warmtepomp minder starts en stops, omdat hij niet steeds sprintjes trekt op een vast vol vermogen. Minder starten en stoppen vermindert slijtage van onderdelen en dat heeft een positief effect op de levensduur van de warmtepomp. Ook voorkomt moduleren dat de warmtepomp onnodig veel warmte in pieken levert aan de centrale verwarming. Daardoor is de temperatuur in de woning gelijkmatiger, wat het comfort voor de bewoners ten goede komt. Ten slotte is ook de energie-efficiëntie (SCOP) van modulerende warmtepompen hoger dan van aan/uit-warmtepompen. Inverter technologie is overigens niet gekoppeld aan een specifiek type warmtepomp, maar wordt toegepast in zowel bodem- als lucht-waterwarmtepompen.
